normal Suzanne Marenne Lezing door en discussie met Marenne van Kempen en Suzanne Verdoold.
Kring oud-leden Associatie Jeugd, Utrecht, 16 januari 2020

Marenne van Kempen is bestuurder van Stg. Lokalis, buurtteams jeugd en gezin in de gemeente Utrecht. 
Suzanne Verdoold was directeur bij de Opvoedpoli en is nu kwartiermaker buurtgerichte specialistische jeugdhulp bij de gemeente Utrecht en heeft de pilot Extra@Utrecht opgezet met teams voor specialistische jeugdhulp voor gezinnen met kinderen.

Keuze van het thema
Lokalis (www.lokalis.nl) is gevraagd voor deze lezing vanwege de succesvolle opzet van wijkgericht werken, dat afwijkt van veel andere gemeenten en dat in den lande veel waardering krijgt. De inleiders dragen hun ervaringen graag over, maar waarschuwen dat het ‘Utrechts model’ niet zo maar overdraagbaar is. De bijzondere kenmerken daarvan maken dat de aanwezigen tal van vragen stellen. Die vragen en antwoorden leverden tijdens het gesprek momenten op, die te benoemen zijn als ‘succesfactor’ van de buurtteams in Utrecht en die tot slot van dit verslag zijn samengevat. Soms zijn voorbeelden van andere gemeenten genoemd, maar meer algemene conclusies over succesfactoren zijn niet getrokken.

Lokalis
Utrecht heeft hulp voor jeugdigen ingedeeld in drie ‘sporen’: Spoor 1 = onderwijs, sport, welzijn (incl. school mw), cultuur, openbare gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg. Spoor 2 = Buurtteams, SAVE (Jb, Jr en VT), en Spoor 3 = specialistische jeugdhulp. Een organisatie kan maar actief zijn in één spoor.

logo lokalis 01 ff64142fLokalis (spoor 2) heeft buurtteams voor jeugd en gezin, achter dezelfde voordeur waar de sociale buurtteams van Stg. Incluzio zitten. Naast eigen websites hebben zij ook een gezamenlijke website: www.buurtteamsutrecht.nl. Het zijn beide integrale buurtteams met het verschil dat Lokalis helpt als er ook kinderen in een gezin zijn en Incluzio als het om volwassenen zonder kinderen gaat, met meer enkelvoudige hulpvragen en een verschillend wettelijk kader voor 24 uurs hulp. Er zijn 14 buurteams en twee teams voor resp. SO/VO en voor MBO. Er zijn flinke verschillen in jeugdhulpvragen tussen buurten.

Lokalis is begin 2015 van start gegaan op basis van een inschrijving op het door de gemeente ontworpen model van buurtteams. Daaraan ging een ruime periode van goed overleg met de toen in Utrecht werkzame jeugdzorgaanbieders vooraf. Lokalis kreeg de opdracht gegund voor vier jaar. Inmiddels is die per 1-1-2019 verlengd voor nog eens zes jaar. Medewerkers van bestaande jeugdzorgaanbieders hadden voorrang bij sollicitaties bij Lokalis. Inmiddels heeft Lokalis 361 medewerkers.

Lokalis wordt door de gemeente middels een lumpsum financiering bekostigd en kan hierin zelf, binnen de kaders van haar opdracht, doen wat nodig is. Ze voert een breed pakket aan ambulante jeugdhulp uit (t/m IAG), komt op alle scholen, werkt samen met huisartsen en doet ook de WMO taken voor gezinnen met kinderen, waaronder huisvesting, schulden etc. Lokalis krijgt voor deze laatste taak ook een deel van het WMO budget van de gemeente.

Lokalis is één van de verwijzers naar specialistische jeugdhulp, naast huisartsen, kinder- en jeugdartsen en SAVE (Jb, Jr en VT). Een verwijzing kan alleen naar gecontracteerde jeugdhulpaanbieders mits er een met de cliënt overeengekomen gezinsplan is. Dan is de verwijzing ook een beschikking. Er waren geen taakstellingen m.b.t. het volume verwijzingen specialistische jeugdhulp, wel is sprake van lichte daling.
Lokalis-hulpverleners zijn generalisten met SKJ-registratie of op weg daarheen. Reflectie op de werkwijze gebeurt op basis van het vierogenprincipe, niet door hiërarchische behandelcoördinatie. Een leerpunt was dat complexe problematiek de reikwijdte van één instelling overstijgt. Daarom zijn daarvoor na enige tijd overlegtafels gekomen onder voorzitterschap van de gemeente.
Lokalis heeft een vrij hoge tevredenheid onder ouders en onder medewerkers.

L1zRMWeL 200x200KOOS en Spoor030
Sinds 1-1-2020 kent de gemeente Utrecht nog twee specialistische jeugdhulpaanbieders: KOOS (www.koosutrecht.nl) en Spoor030 (www.spoor030.nl). KOOS is werkzaam in de zuidwestelijke helft van Utrecht, Spoor030 in de noordoostelijke helft. Beide zijn op basis van een pilot (Extra@Utrecht) de afgelopen jaren ontstaan uit in Utrecht werkzame jeugdhulpaanbieders. Gekoppeld aan de buurtteams verzorgen ze specialistische jeugdhulp, zoals individuele en systeemtherapieën, en zorgen ze voor consultatie aan buurtteams. Door hun relatie met de oorspronkelijke jeugdhulpaanbieders, die elders in de provincie Utrecht in andere structuren en met andere contracten zijn blijven werken, bieden KOOS en Spoor030 ook daghulp, pleegzorg en gezinshuizen voor inwoners van de stad Utrecht. 

Wat KOOS en Spoor030 niet bieden is de jeugdcrisisdienst GGZ, dyslexiehulp en landelijke en bovenregionale zorg (w.o. JeugdzorgPlus). Individuele hulpverleners van de voormalige jeugdhulpaanbieders konden met voorrang solliciteren bij KOOS en Spoor030. Hulptrajecten bij de voormalige jeugdhulpaanbieders kunnen bij de eigen hulpverlener worden voortgezet, als die overgegaan is naar de nieuwe aanbieder of bij de oude aanbieder nog tot eind 2020. Bij langere trajecten komen er tijdig overgangsafspraken. De werkzaamheden van KOOS en Spoor030 zijn voor negen jaar gegund.

In de discussie genoemde succesfactoren

  • De gemeente Utrecht heeft lang te voren in goed overleg met bestaande aanbieders een beleidsvisie
    opgesteld voor integrale buurtteams voor jeugd en gezin naast buurtteams voor volwassenen.
  • Belangrijk daarin was het behoud van continuïteit voor cliënten en medewerkers.
  • Met heldere keuzes in de uitvoering en geleidelijke invoering: spoor 2 in 2015, spoor 3 in 2020.
  • En met vrij lange contractperiodes (zonder detacheringsconstructies)
  • Verder is er geen aparte toetsing van beschikkingen, geen DBC’s en simpele effectmeting.
  • Er is samen met betrokken partijen geleerd in de praktijk door middel van pilots.
  • Tezamen leidde er toe dat jeugdhulpaanbieders zich positief hebben verhouden tot de vernieuwingen.
  • Op de achtergrond speelt mee dat Utrecht een vrij stabiel politiek klimaat heeft.
  • Utrecht kent volumegroei en tekorten, maar minder dan elders. Op het jeugdbeleid is niet gekort.
  • Al met al was sprake van visie bij het ontwerpen (op jeugdhulp en op verandermanagement) en bij
    de invoering van het jeugdhulpmodel (heldere proces- en aanbestedingsregels),
  • Met eenheid van regie (één gemeente) op een voldoende grote schaal
    En een ruime tijd om het model tot ontwikkeling te laten komen (‘langdurig vierkant’).
    In een klimaat van samenwerking en vertrouwen (co-creatie).

De aanwezigen zijn erg onder de indruk van wat er in het wijkgericht werken in Utrecht is bereikt.
Dat verdient om veel meer aandacht te krijgen.

Enkele bronnen over wijkgericht werken in/buiten Utrecht

  • Helderman e.a., Radboud Universiteit: Leren van casuïstiek, innovatie in het Utrechtse Jeugdstelsel, januari 2020 (link) 
  • Interview Marenne van Kempen (link)
  • Interview Marenne van Kempen en Suzanne Verdoold (link)
  • Interview bestuurders KOOS en Spoor030 (link)
  • Beschikkingen individuele voorzieningen jeugdhulp gemeente Utrecht (link)
  • Tien succesvolle voorbeelden van de VNG (link)
  • Ouder-kind teams Amsterdam (link)
  • Buurtzorg Jong Zaltbommel (link)